Spring naar inhoud

Gastvrijheid; Gn 18,1-10; Kol 1,24-28; Lc 10,38-42

20 juli 2025

Voor joden, christenen en moslims is Abraham de vader in het geloof. Wij allen zien Abraham als onze geestelijke vader. Hij is ons voorgegaan in het geloof in de ene God, de Schepper van hemel en aarde, de barmhartige God die zich om de mensen bekommerd. Abraham is niet alleen ons voorbeeld van geloof. Hij is voor ons ook een voorbeeld van gastvrijheid. In de eerste lezing hoorden we hoe Abraham en Sara gastvrijheid verlenen aan drie vreemdelingen.

Werkelijke gastvrijheid gaat verder dan iemand onderdak verlenen en te eten en te drinken geven. Werkelijke gastvrijheid is je tot de ander keren, belangstellingstelling voor hem hebben, je inleven in de ander en hem echt serieus nemen. In het Evangelie van vandaag horen we hoe Marta met haar handelen in de voetsporen van Sara en Abraham treedt. Maria laat ons zien dat gastvrijheid meer is dan dat. Zij is een en al aandacht voor wat Jezus te vertellen heeft.

Gastvrijheid verlenen is een van de werken van barmhartigheid. Daar heet het: de vreemdelingen herbergen. Gastvrijheid gaat niet alleen over je buren op de koffie vragen of je familie op bezoek krijgen. Ook dat is belangrijk, maar het gaat vooral om vreemdelingen. Gastvrijheid is het anders-zijn van de ander respecteren en waarderen. Dat geldt niet alleen in je eigen huis. Dat geldt ook op straat, op je werk, in de kerk. Dat geldt voor alle maatschappelijke verkeer. Ook van een gemeenschap, van een volk, van de Kerk wordt gastvrijheid gevraagd. Gastvrijheid is een graadmeter van het morele peil van een samenleving. Hoe meer gastvrijheid, hoe meer beschaving.

Gastvrijheid kent twee kanten: gastvrijheid verlenen en gastvrijheid ontvangen. Hoewel dit niet direct gelijkwaardige verhoudingen met zich meebrengt, moet dat wel het streven zijn. Gastvrijheid kent ook wederkerigheid. Op onze beurt laten wij ons aan onze gast kennen. Wij laten hem zien wat ons lief is en wat ons bezighoudt. Gastvrijheid is met de ander delen wat je lief is. De gast wordt opgenomen in een gemeenschap. Een gast is daarmee niet rechteloos. Hij is niet tot een nederige positie van enkel dankbaarheid verplicht, maar moet zich wel als een gast gedragen en rekening houden met de regels en gewoonten van de gemeenschap en zich daar in alle vrijheid toe verhouden.

Zodra we denken en spreken in termen van ‘wij’ en ‘zij’ en zeker als dat gepaard gaat met het onderscheid ‘goed’ en ‘slecht’, zijn we vreemdelingen aan het creëren. Polarisatie en populisme versterken het wij/zij-denken. Mensen worden gestigmatiseerd, ontmenselijkt en buitengesloten.

Bij de vreemdelingen herbergen denken we aan de vluchtelingen die een beroep op ons doen en ons om asiel vragen. Mensen die zich genoodzaakt voelen om hun eigen land te verlaten, omdat ze daar niet in veiligheid kunnen leven, hebben recht op onze gastvrijheid. Gastvrijheid verlenen geldt ook voor de eigen burgers. Onze samenleving kent ook een gebrek aan gastvrijheid als er onvoldoende woningen zijn, als mensen geen gezin kunnen stichten omdat ze geen huis hebben en als huizen en gebouwen om financieel gewin leegstaan.

Gastvrijheid verlenen gaat verder dan alleen het verstrekken van voedsel en van een dak boven het hoofd. Mensen hebben ook behoefte aan vriendschap, gemeenschap, solidariteit en barmhartigheid. Gastvrijheid betekent ook inclusiviteit. Niemand mag worden uitgesloten vanwege geslacht, huidskleur, gender, levensbeschouwing, seksuele voorkeur et cetera.

Voor Paulus betekent dit dat hij de wereld in trekt om de het evangelie aan de heidenen te verkondigen. De liefde voor Jezus Christus maakt Paulus tot dienaar van de Kerk. Hij verkondigt het woord van God. Hij onthult het geheim, het mysterie. Paulus verkondigt Jezus Christus als het heil voor alle volkeren. Voor hem zijn alle mensen aan elkaar gelijkwaardig. Hij maakt geen onderscheid.

Christelijke gastvrijheid is gastvrij zijn zoals Jezus dat is. Het is handelen zoals Jezus handelt. Het is openstaan voor iedereen en geen voorwaarden vooraf stellen. Het vraagt dat wij onze angst voor het vreemde en onbekende afleggen. Juist in de vreemdeling en de mens in nood ontmoeten wij Jezus zelf. Vanuit onze band met Jezus ontmoeten wij Hem in de ander. Het sleutelwoord is telkens weer de liefde. Door aan zijn voeten te gaan zitten, ervaren wij de liefde van Jezus voor ons. Zijn liefde voor ons stelt ons in staat anderen lief te hebben. Zijn liefde is de basis voor onze gastvrijheid. Zijn liefde willen wij delen met iedereen. Zij geeft ons de vreugde die we iedereen gunnen. Liefde gaat niet zonder lijden, zoals ook Paulus heeft ervaren. Maar zonder lief te hebben zijn we dood. Zonder liefde hebben we geen leven.

Paulus schrijft elders: “Vergeet de gastvrijheid niet; door haar hebben sommigen zonder het te weten engelen onthaald.” Als wij de gastvrijheid vergeten en iedereen buiten de deur houden, zullen we zeker geen engelen ontvangen. Als wij de gastvrijheid vergeten, houden we ook God buiten de deur. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Plaats een reactie