Spring naar inhoud

Allerzielen; Sir 17,1-10; Joh 11,1.17.20-27

2 november 2024

In de eerste lezing wordt het leven van ons mensen beschreven. God heeft ons geschapen. Hij heeft ons het beheer over zijn schepping gegeven. Het is onze taak goed voor de schepping te zorgen. God heeft ons een hart en een hoofd gegeven, zodat wij met liefde en met wijsheid kunnen oordelen, zodat wij het verschil zien tussen goed en kwaad. Zo zijn wij in staat zijn God te eren en goed te leven.

Wij geloven en bidden dat God onze dierbare overledenen bij Hem opneemt. Dat Hij allen thuisbrengt in zijn Vaderhuis. Zij mogen weer zingen, lachen, gelukkig zijn. Voor eeuwig mogen zij leven in Gods rijk van liefde en geluk. Wij kunnen ons geen enkele voorstelling maken van het leven na de dood, van het eeuwig leven. En toch hopen en verlangen wij naar dat volmaakte geluk. Wij noemen dat: het ware leven, het eeuwig leven. Diep in ons leeft er een verlangen naar het ware leven, wat dat ook moge zijn. Hoe wij ook verlangen naar dat ware leven, we zijn toch heel erg gehecht aan ons leven hier op aarde. We zijn gehecht aan elkaar en het kost ons moeite iemand te moeten laten gaan, iemand los te laten en uit handen te geven.

Vandaag gedenken wij onze dierbare overledenen. Over de dood heen weten wij ons met hen verbonden. De liefde die er tussen ons gegroeid is, is sterker dan de dood. De gemeenschap van de Kerk omvat niet alleen de mensen hier op aarde. Ook alle gestorvenen behoren bij onze gemeenschap. Onze aardse leven is tijdelijk. We worden geboren, groeien op en komen tot bloei. Net als alle andere leven hier op aarde komt ook ons aardse leven tot een einde. Ook wij mensen maken deel uit van een keten van geboren worden en doodgaan. Centraal in ons geloof staat de gedachte: God is liefde. Liefde laat zich niet ketenen door de dood. De liefde overwint de dood. Liefde gaat over de grenzen van de dood heen.

Jezus zegt tegen Marta: “Ik ben de verrijzenis en het leven.” Dat geldt niet alleen voor Marta, niet alleen voor haar broer Lazarus. Deze uitspraak van Jezus geldt voor alle mensen. Jezus geeft ons het leven. Hij is ons leven. Hij geeft ons leven over de aardse dood heen. Zoals Hijzelf uit de doden is opgestaan, zo mag iedereen eeuwig leven en weer opstaan op de laatste dag. Zo mogen onze dierbaren en zo mogen wij allen delen in het eeuwig leven van de verrezen Christus.

Jezus geeft ons hoop, hoop op een goede toekomst, hoop op leven. Ook als wij in de put zitten, moedeloos zijn en het niet meer weten. Het verdriet over een verlies kan ons helemaal in beslag nemen en ons alle hoop en vertrouwen doen verliezen. We zijn in verwarring. Hoe moet het verder? Wat mogen we nog verwachten? Zullen we ooit weer vreugde en blijdschap kennen?

Wij hoeven niet te wanhopen. Wij mogen juist vertrouwen, Wij mogen ons vertrouwen op Jezus stellen. Hij is onze hoop. Hij nodigt ons uit zijn leerlingen te zijn. Zoals Hij zich met ons verbindt, zo mogen wij ons met Hem verbinden. Wij mogen delen in zijn heerlijkheid. Deze belofte is er voor ieder van ons en voor al onze dierbaren. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Plaats een reactie