Zelfgerichte praatjesmakers; Heb 4,14-16; Mc 10,35-45
Het is eigenlijk een heel hoopvol verhaal, de Evangelielezing van vandaag. De leerlingen van Jezus zijn jonge mannen die het wel zien zitten een mooie functie te hebben in een rijk waarin Jezus de hoofdrol speelt. Het zijn jongelui die geen last hebben van valse bescheidenheid: natuurlijk kunnen wij dat aan. En Jezus moet inderdaad concluderen dat zij in staat zijn de zware taak van de opbouw van de Kerk op zich te nemen en dat zij bereid zullen zijn net als Jezus zelf hun leven daarvoor te geven. Deze zelfgerichte praatjesmakers worden ware dienaars van mensen en verkondigers van het Evangelie. Zij staan aan de basis van een missionaire Kerk.
Zo mogen ook wij hoopvol zijn over de jeugd van tegenwoordig. We mogen hoopvol zijn over onze kinderen en kleinkinderen. We mogen hoopvol zijn over onszelf. Als het erop aankomt is menigeen tot grote daden in staat. Jezus geeft aan welke vorm die grote daden moeten aannemen. Hijzelf geeft ons het voorbeeld. “De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.” Ook van ons wordt gevraagd dienstbaar te zijn: dienstbaar aan elkaar, dienstbaar aan onze medemensen, dienstbaar aan de wereld.
In de brief aan de Hebreeën gaat het over Jezus als de verheven hogepriester. Deze hogepriester is mens geweest zoals wij. Hij kent al onze zwakheden en tekortkomingen. Hij geeft ons ook de genade en de hulp die wij nodig hebben, om op onze beurt dienaar en dienstbaar te zijn in onze wereld.
Dienstbaar zijn is er zijn voor anderen, je leven richten op anderen en je leven in dienst stellen van anderen. Voor Jezus betekende dat “zijn leven te geven als losprijs voor velen”. Voor Hem betekende dat de dood aan het kruis. Dat betekent niet dat ook wij net als veel van de eerste leerlingen martelaren moeten worden. Je kunt je leven ook geven zonder het te verliezen. Je kunt je leven geven en daar zelf heel gelukkig van worden. Je geeft je leven door er voor een ander te zijn.
Van paus Franciscus zijn de volgende woorden over gelukkig worden: “Echte vreugde komt voort uit een ontmoeting, uit een relatie met anderen, uit het gevoel aanvaard te worden, begrepen te zijn en bemind. Aanvaarden, verstaan en beminnen, zijn cruciale begrippen als het om vreugde gaat.” Aanvaarden, verstaan en beminnen zijn uitingen van dienstbaarheid naar elkaar. Elkaar werkelijk ontmoeten vraagt om een dienstbare houding.
Deze week is het de laatste week van de synode over de synodaliteit. De deelnemers spreken in Rome over de toekomst van de Kerk. Het gaat over gemeenschap, deelname en missie. Ook dat vraagt een houding van dienstbaarheid. Het vraagt ontmoeting en het vraagt naar elkaar luisteren.
Het is vandaag Missiezondag. Overal vieren katholieke gelovigen in gebed en solidariteit hun wereldomvattende gemeenschap. Vandaag is er een deurcollecte voor Missio. Wij zijn solidair met de mensen die te maken hebben met de stijging van de zeespiegel door de klimaatveranderingen.
Missionair zijn is niet: ik kom je even vertellen hoe het zit en wat je moet doen. Missionair zijn is op de eerste plaats luisteren naar de ander. Wat zijn de verlangens van de ander? Welke noden heeft mijn medemens? Als wij in staat zijn te luisteren, kunnen we ook begrijpelijk spreken. Als wij zien wat er om ons heen gebeurt, weten we hoe we met wijsheid het gesprek met anderen aangaan. Als wij werkelijk dienstbaar zijn vormen wij een missionaire Kerk. Amen.