Spring naar inhoud

God is liefde; 1 Joh 4,11-16

12 mei 2024

“God is liefde.” Niet alleen vandaag ook vorige week klonken deze woorden. De apostel Johannes schrijft in zijn eerste brief uitgebreid over de liefde. “God is liefde.” Voor mij zijn dit de kernwoorden van ons geloof. Uit liefde heeft God de wereld geschapen. Jezus is mens geworden om hiervan te getuigen. Heel zijn leven, zijn lijden, sterven en verrijzenis zijn uit liefde voor ons. Eens zal de gehele schepping in Gods liefde worden opgenomen. “God is liefde.” Deze woorden vormen een keerpunt in de geschiedenis. Het wezen van God is liefde. Hij is de bron van liefde. Geen andere godsdienst kende een god die van mensen hield. De apostel Johannes schreef deze brief vele jaren na de Hemelvaart van Jezus. Johannes was toen tussen de zestig en de tachtig jaar oud. Gaandeweg zijn leven is hij doorgedrongen tot de essentie van het geloof.

Ook paus Benedictus XVI heeft uitgebreid over de liefde geschreven. Eerst in de encycliek ‘Deus caritas est’: ‘God is liefde’. En later in de encycliek ‘Caritas in veritate’: ‘Liefde in waarheid’. In ‘Deus caritas est’ beschrijft hij de verschillende vormen van liefde. Hij maakt onderscheid tussen de onbaatzuchtige goddelijke liefde en de passionele menselijke liefde, tussen agape en eros. Eros en agape worden als opstijgende en neerdalende liefde en als begerende en schenkende liefde vaak tegenover elkaar gezet. De paus stelt daartegenover dat in werkelijkheid eros en agape zich nooit helemaal van elkaar laten scheiden. Hij concludeert dat de liefde uiteindelijk één enkele werkelijkheid is met verschillende dimensies die met elkaar verbonden zijn. Je zou kunnen zeggen dat alle vormen van liefde van het zelfde materiaal zijn gemaakt.

Benedictus schrijft: “Ook al is eros op de eerste plaats verlangend, opstijgend – gefascineerd door de grote belofte van het geluk – toch zal hij, als hij de ander nader komt, steeds minder met zichzelf bezig zijn, steeds meer het geluk van de ander willen, steeds meer zorg voor de ander hebben, zichzelf schenken, er voor de ander willen zijn. Het element van agape doet zijn intrede, anders raakt eros in verval en verliest ook zijn eigen wezen. Van de andere kant is het ook onmogelijk voor de mens om alleen van de schenkende, neerdalende liefde te leven. Hij kan niet alleen maar geven, hij moet ook ontvangen. Wie liefde wil schenken, moet haar zelf ook krijgen.” (DCE 7)

Wij zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Direct aan het begin worden wij omringd door moederliefde. Het vermogen tot liefhebben is ons vanaf onze geboorte meegegeven. In eerste instantie gaat om het ontvangen van liefde en is onze liefde gericht op onszelf, op ons eigen leven. Die op onszelf gerichte liefde breidt zich uit tot onze verzorgers, onze ouders. Vanuit deze eros groeien wij naar agape. Wij leren er ook voor anderen te zijn. Wij groeien uit tot mensen die geheel belangeloos kunnen liefhebben.

Liefde is heel concreet. Het is geen vage abstractie. Je kunt liefde niet vasthouden, maar wel heel concreet ervaren. Wij maken de liefde tastbaar met onze daden van liefde: met liefkozingen, met goede woorden en door er te zijn voor een ander.

In ‘Caritas in veritate’ schrijft Benedictus: “Caritas is ontvangen en geschonken liefde. Zij is genade. Haar bron is de oorspronkelijke liefde van de Vader tot de Zoon in de heilige Geest. Zij is de liefde die van de Zoon op ons neerdaalt. Zij is de scheppende liefde, waaraan wij ons bestaan danken; zij is de verlossende liefde, waardoor wij wedergeboren zijn. (…) Als ontvangers van de liefde van God worden de mensen geroepen om dragers van de naastenliefde te zijn en ertoe aangezet zelf werktuigen van de genade te worden, om de liefde van God te verbreiden en netten van naastenliefde te knopen.” (CiV 5)

Johannes schrijft: “Vrienden. Als God ons zozeer heeft liefgehad moeten ook wij elkander liefhebben. Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij elkaar liefhebben woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden.” De liefde brengt de mensen bij God. In onze liefde voor elkaar wordt de onzichtbare God zichtbaar. God woont in ons. Wij zijn innig met Hem verbonden. “God is liefde: wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem.” Wij zijn kinderen van God. Wij zijn uit God geboren. Wij zijn dragers van Gods liefde. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Plaats een reactie