Vrij zijn; Mt 10,37-42
Al een aantal zondagen achter elkaar luisteren we naar het gesprek van Jezus met zijn apostelen. Hij zendt hen uit om het Koninkrijk de hemelen te verkondigen en geeft hen allerlei aanwijzingen en goede raad mee. Hij waarschuwt hen voor tegenslag en gevaar, Hij spreekt hen ook moed in en zegt dat ze vertrouwen mogen hebben. Zij moeten niet bang zijn. Het is God die hen eropuit stuurt. Hij zal hen ook beschermen.
Vandaag maakt Jezus de apostelen duidelijk dat ze voor moeilijke keuzes komen te staan. Hoe moeilijk dat kan zijn, blijkt uit het dilemma dat Jezus schetst. “Wie vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig.” Bij het horen van deze uitspraak dacht u – net als ik – mogelijk, dat Jezus het ons hier nu wel erg moeilijk maakt. Overdrijft Hij hier niet?
Jezus predikt voortdurend de liefde, niet alleen de liefde voor God, maar ook de liefde voor onze medemens. Onze ouders en onze kinderen moeten wij liefhebben. Waar het hier om gaat is dat er situaties kunnen zijn waarin we ons niet door deze liefde moeten laten leiden. Wat doe je bijvoorbeeld als je merkt dat je kind moordlustig is en daarmee een bedreiging voor de samenleving? Ik hoop dat niemand van ons dit ooit overkomt. Maar wat doe je in zo’n geval? Houd je dan nog steeds je kind de hand boven het hoofd en houd je vol dat het geen vlieg kwaad doet, of ga je ervoor zorgen dat er maatregelen worden getroffen en dat de samenleving beschermd wordt tegen de moordlust van je kind?
Voor een dergelijke keuze stelt Jezus ons hier ook. Keer je je uit liefde voor je ouders of je kinderen af van Jezus, keer je je af van God omdat zij dat van je vragen? Of ben je standvastig in je geloof en kies je onvoorwaardelijk voor God en voor Jezus? Jezus drijft de zaak hier op de spits. Ook in dit geval hoop ik dat geen van ons ooit voor deze keuze komt te staan. Maar er zijn zoveel andere zaken die ons onvrij maken, allerlei kleine verslavingen en onhebbelijkheden die ons belemmeren leerling van Jezus te zijn en zijn weg te volgen. Waar het om gaat is dat wij vrije mensen zijn, dat we loskomen van onze al te menselijke verlangens, zodat we ons zo geheel aan Jezus en aan zijn Koninkrijk kunnen wijden. Als wij werkelijk vrij zijn, zijn we ook in staat tegenslag en gevaar te doorstaan, dan zijn ook wij in staat ons kruis op ons te nemen.
Het begrip vrijheid kent verschillende betekenissen. In onze huidige maatschappij denkt men bij vrijheid vooral aan ‘kunnen doen waar je zin in hebt’. Dat is een tamelijk leeg begrip van vrijheid. Dit is echt niet de vrijheid waar ze in Oekraïne nu hun leven voor geven. Daar staat het begrip vrijheid tegenover onderdrukking. Daar gaat het om de zelfbeschikking van een heel volk. Daar staat vrijheid tegenover slavernij.
Vandaag wordt onze aandacht gevraagd voor de slavernij in verleden en voor de gevolgen ervan. Honderdzestig jaar geleden werd de slavernij in ons land afgeschaft. Daarna moesten de slaafgemaakten in de Nederlandse koloniën nog tien jaar zonder betaling hun werk blijven doen. Feitelijk werd de slavernij in Nederland dus pas honderdvijftig jaar geleden afgeschaft. In een verklaring schrijven de Nederlandse bisschoppen: “We willen het slavernijverleden onder ogen zien. En we realiseren ons dat de voorsprong in economische ontwikkeling in het deel van de wereld waarin wij leven mede mogelijk werd door slavernij en kolonialisme.” U vindt de tekst van de verklaring van de bisschoppen op onze website.
Slavernij is een ernstige zonde tegen de waardigheid van iedere mens. Vaak gaat slavernij hand in hand met vormen van racisme. Op basis van etniciteit, van huidskleur worden mensen tot minderwaardig en ondergeschikt bestempeld. Deze vormen van discriminatie bestaan nog steeds. Zij werken door en veroorzaken leed tot op de dag van vandaag. Zo werkt ook de slavernij van vroeger door in het heden. Ook in onze tijd bestaan er nog vele vormen van slavernij, vormen van onrecht en ontmenselijking. Denk aan uitbuiting, kinderarbeid, dwangarbeid, prostitutie en gedwongen huwelijken. Onze economie en onze welvaart is deels gebouwd op zondige structuren, structuren van moderne slavernij, structuren die tegemoet komen aan onze onhebbelijkheden, structuren die in ingaan tegen de boodschap van Jezus Christus. Daarnaast zijn er nog onze eigen verslavingen, verslavingen die onszelf van onze vrijheid beroven, verslavingen die ons afhouden van het doen van het goede, verslavingen die ons afhouden van God.
De essentiële boodschap van het Evangelie van vandaag is, dat we ons niet op onszelf moeten richten, maar op God. Niet wij zijn het centrum van de wereld, maar God is het centrum van de wereld. Als wij ons richten op God en Hem liefhebben, komen wij als vanzelf ook tot liefde voor zijn kinderen. De liefde voor God mondt vanzelf uit in het dubbelgebod van de liefde: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand.” En “Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.” Liefde voor God en liefde voor de naaste zijn innig met elkaar verbonden. Als wij als leerlingen van Jezus kiezen voor God, dan is dat geen keuze tegen onze ouders of tegen onze kinderen. Het is geen keuze die ten koste van anderen gaat. Zij maken er juist onderdeel van uit. Jezus vraagt ons als werkelijk vrije mensen te kiezen voor Hem en voor zijn Vader. Een keuze voor God is ook een keuze voor alle mensen, ook voor de mensen direct om ons heen. Amen.